Quantcast
Channel: De Carlton | Tuincentrum Westland nieuws
Viewing all 1575 articles
Browse latest View live

Mini-kerstster

$
0
0
Mini-kerstster

Ja, de mini-kerstster staat graag op een lichte plaats zonder direct zonlicht

De kerstster (Euphorbia pulcherrima) wordt soms nog bij haar oude naam Poinsettia genoemd. In Midden-Amerika, met name Mexico, waar de planten in het wild groeien, worden het grote struiken. Als ze bloeien vallen ook daar de felgekleurde schutbladeren op, maar die zijn bij de wilde soort wel een stuk kleiner dan bij de planten die wij als kerstster kennen. GroenRijk heeft nu leuke mini-kerststerren voor je in de aanbieding. Eigenlijk zijn dat baby-plantjes die al wel rijk bloeien. Met hun 12 cm zijn het miniaturen van de grote kerststerren op stam die gemakkelijk 60 cm hoog kunnen zijn. Juist dat kleine is heel aantrekkelijk en geeft een eigen sfeer. Ze zijn heel mooi en hebben diverse kleuren waarmee je prachtig kunt combineren. Vroeger was er alleen de rode, nu zijn ze er ook met roze, witte en crème schutbladeren rond de minieme groengele bloempjes.

Kerststerren zijn een wolfsmelksoort
Dat kun je zien als je de baby-kerststerren zou doorkweken en ook zou gaan snoeien. Dan zul je zien dat er kleverig, wit melksap uit de takken komt. Dat melksap sluit na enige tijd open snoeiwonden af. Net zoals bloed verdroogt het tot een korst. Zo beschermt de plant zichzelf tegen gevaarlijke indringers en infecties. Er wordt vaak gedacht dat kerststerren wegwerpplanten zijn, maar die bestaan niet in de natuur. Je kunt de baby-kerststerren met wat zorg heel goed overhouden en ze tot volwassen planten opkweken waar je jaren plezier van kunt hebben. Dat is wat de kwekers zelf ook doen. Het proberen waard en nog leuk ook!

Goede verzorging is niet moeilijk
Kerststerren zijn sterke planten, maar ze horen wel in de tropen thuis. Ze hebben een hekel aan kou (met vorst weten ze geen raad), maar vreemd genoeg hebben ze ook moeite met vrij hoge temperaturen. Ideaal is een kamertemperatuur van 18-2 °C. Voorkom grote temperatuurschomme-lingen. Je kerstster kan daarop reageren door zijn blad te laten vallen. Dat doet hij zeker bij te lage temperaturen, maar ook als hij op de tocht of te lang nat staat. Zet je plantjes op een lichte plek, maar niet in direct fel en heet zonlicht (dus niet voor een raam pal op het zuiden), maar ook niet boven een radiator of dicht bij een kachel. Geef niet te veel water – kerststerren hebben een hekel aan ‘natte voeten’ – maar zorg wel dat de potgrond nooit helemaal uitdroogt. Voel gewoon even met een vinger op de potgrond of deze wat droog aanvoelt. Als dat zo is kun je opnieuw water op kamertemperatuur geven. En giet overtollig (doorgelekt) water af (uit de pot of van de onderschotel). De plantjes vinden het ook lekker als je het blad zo nu en dan benevelt (met fijne waterdruppeltjes uit een nevelspuit). Dat houdt de lucht wat vochtiger. Door te droge lucht kunnen de bladranden geel of bruin worden. De planten staan in kleine 6 cm-potjes en hebben het voedsel uit het beetje potgrond dat erin zit, vrij snel verbruikt. Geef daarom eens per week vloeibare plantenvoeding in het gietwater. Als je ze wilt overhouden, kun je ze het beste overplanten in een wat grotere pot met meer potgrond zodat ze goed door kunnen groeien. Geef dan na de bloei (tot mei) minder water. Het is dan hun rustperiode. Vanaf mei weer meer water geven en dan ook weer wekelijks plantenvoeding. Zet de planten tijdens de zomer op een beschuit, niet te warm plekje buiten. Vanaf oktober een zogenaamde kortedag-behandeling geven (zie hieronder). Die hebben ze nodig om weer te kunnen bloeien.

Kortedagplanten
Een kerstster gaat pas bloeien als hij eerst een periode met weinig licht (korte dagen) heeft meegemaakt. Die eigenschap maakt het voor kwekers mogelijk om de natuurlijke bloeitijd te variëren. Ze laten ze ca. acht weken lag iedere dag veertien uur in het donker staan. Dat is de kortedag-behandeling. Daarna gaan de schutbladeren ronde de bloempjes kleuren en die kleurige bladeren sieren de planten weken- tot maandenlang.

TIPS

  • Zorg dat je het kleverige, witte melksap uit de planten niet aan je handen krijgt. Als je er daarna mee in je ogen zou wrijven of je krijgt het sap in je mond, kan dat vervelende irritatie geven.
  • Als de planten na een beschadiging erg bloeden, kun je wondjes dichtschroeien met een brandende lucifer.
  • Vervoer de plantjes goed ingepakt. En thuis pas uitpakken. Kou tijdens het vervoer kan funest zijn.

In kort bestek
De kleurrijke mini-kerststerren die GroenRijk nu aanbiedt zijn aantrekkelijke baby-planten die al trots hun prachtig getinte schutbladen rond de bloemschermen laten zien. Ze doen het uitstekend op een lichte, tochtvrije plek in huis en bij normale kamertemperaturen. Zet ze in een leuk overpotje, geef regelmatig (niet te veel!) water en eens per week wat plantenvoeding. Dan heb je er een hele tijd plezier van. 


Woonplant van de maand januari: De Kentia Palm

$
0
0
Woonplant van de maand januari: De Kentia Palm

Het nieuwe jaar begint goed, met de Kentia Palm als Woonplant van de Maand januari. De Kentia Palm, ook bekend als Howea, is een imposante, frisgroene palm met een tropische achtergrond. Dat staat niet alleen stijlvol, een Kentia Palm zorgt er ook voor dat jij je lekker voelt. 

De Kentia Palm brengt zuurstof en zuivere lucht
De Kentia Palm is een makkelijke plant, die regelmatig een nieuw lichtgroen blad geeft vanuit het hart van de plant. Die bladeren zorgen voor zuurstof en zuivere lucht in huis, waardoor jij je lekkerder voelt. Dat maakt de Kentia Palm een plant om te omarmen.

Tropische achtergrond
Voordat de Kentia Palm over jouw drempel komt, heeft hij al wat reiservaring. De jonge plantjes groeien namelijk op het Lord Howe-eiland, waar de Kentia Palm in de negentiende eeuw werd ontdekt. Dit eiland ligt zo’n 700 kilometer ten oosten van Sydney, in de Zuid-Pacific. Eenmaal aangekomen op het Europese vasteland worden de plantjes in kassen verder opgekweekt tot volwassen exemplaren. Die zijn vervolgens verkrijgbaar in formaten van 70 centimeter tot wel drie meter hoog.

Verzorging van de Kentia Palm
De Kentia Palm is een sterke plant en staat het beste op een plek zonder direct zonlicht, in halfschaduw. De plant kan goed tegen droge lucht en heeft genoeg aan één keer per week water. Het is belangrijk dat overtollig water kan weglopen, anders kunnen de wortels gaan rotten. In het voorjaar en de zomer kun je een beetje plantenvoeding toevoegen aan het water. Kortom: met een beetje verzorging geniet je lang van deze imposante geluksbrenger.

Leuk om te weten:

  • Een Kentia Palm is helemaal in z’n element bij een temperatuur tussen de 20°C en 25°C.
  • De Kentia Palm behoort tot de Arecaceae, oftewel Palmenfamilie. Een grote familie, want er zijn bijna 4000 soorten palmen bekend.
  • De plant vindt het fijn om af en toe onder de douche te staan.
  • Een Kentia Palm is een goed cadeau voor iemand zonder groene vingers.
  • De Kentia Palm is ook bekend onder de naam Howea, een afgeleide van de plaats Howeia op het Lord Howe-eiland.
  • De Kentia Palm heeft in de Verenigde Staten de bijnaam Hollywood Palm omdat de plant zo vaak te zien is in films.
  • De Kentia Palm kan in het wild in 20−25 jaar wel 12 meter hoog worden. 
  • Een plant haalt op de werkvloer giftige stofjes uit de lucht en vermindert stress.
  • De Kentia Palm staat, afhankelijk van de pot, mooi in een modern maar ook een klassiek interieur.
  • De plant staat in de natuur in een palmenbos. Daarom vindt de Kentia Palm schaduw zo prettig.

Woonplant van de maand
De Kentia Palm, of Howea, staat deze maand in het middelpunt van de belangstelling als Woonplant van januari. ‘Woonplant van de Maand’ is een initiatief van Bloemenbureau Holland. Maandelijks kiest Bloemenbureau Holland in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 

De Areca-palm

$
0
0
De Areca-palm

Ja, de bladeren van de Areca-palm hebben een luchtzuiverende werking

Dit is een vederpalm met mooie geveerde bladeren. De plant wordt meestal Areca-palm genoemd, maar soms ook wel ‘goudpalm’ of  ‘vlinderpalm’ (vertaald van de Engelse naam ‘Butterfly Palm’). Internationaal worden ook de  namen ‘Bamboo Palm’ en ‘Golden Cane Palm’ wel gebruikt. De plant komt oorspronkelijk van het Afrikaanse eiland Madagascar waar hij wel 6-12 m hoog kan worden met sierlijk overhangende bladeren van 2-3 m lang. Als kamerplant in onze huizen blijft hij veel kleiner (tot ca. 150-200 cm hoog). Hoewel de plant Areca-palm wordt genoemd is het geen Areca-soort, maar is het de enige soort in het geslacht Dypsis. Officieel is de naam Dypsis lutescens. Om het nog ingewikkelder te maken: de plant wordt soms ook nog wel als Chrysalidocarpus aangeboden, want zo heeft hij ook een tijdje geheten. De echte Areca-soorten komen vooral in Azië voor. De plant waar we het hier over hebben, wordt in de wandeling zo genoemd omdat hij sterk op die Aziatische soorten lijkt en er heel in de verte ook familie van is (hij behoort tot de familie van de Arecaceae).

De Areca-palm groeit langzaam en vormt een uitdijende bos stengels die vanuit de wortels verschijnen en op de lange duur stammetjes kunnen vormen (maar dat duurt echt heel lang). De plant kan heel oud worden. In onze woonkameromstandigheden groeit hij gemiddeld met 10-15 cm per jaar en zal hij regelmatig oude bladeren afstoten en nieuwe vormen. Op de stammetjes die zich vormen blijven de aanhechtingen van de oude bladeren als een soort lidtekens achter. Heel decoratief. In tropische en subtropische gebieden is het een graag geziene tuinplant, bij ons een prachtige kamerplant die in ieder interieurtype past (modern en klassiek), maar ’s zomers naar buiten mag. Het is een tropische plant. Hij verdraagt geen temperaturen beneden de 13 °C (ook ’s nachts niet).

Eenvoudige verzorging
Deze Areca-palm staat graag licht, maar niet de hele dag in de felle zon. De temperatuur op de standplaats mag dus niet te laag worden, maar te heet is ook niet goed. ’s Winters kan de plant wel de volle zon hebben. De lichtsterkte is dan veel minder. Zet hem dan dus gerust in een serre waar de volle zon op staat, maar ’s zomers zal daar moeten worden geschermd. Als je hem ’s zomers buiten zet, moet dat ook op een plek waar niet de hele dag de volle zon op staat.

Zorg dat de potkluit altijd vochtig blijft (ook ’s winters). De plant houdt niet van ‘natte voeten’, maar geef royaal water op de wortels en laat dat rustig uitlekken. Dat lekwater kun je dan naderhand weggooien of bij andere planten geven. Een flinke pot met onderschotel is bij deze plant daarom heel handig. Pas de watergift afhankelijk van de heersende temperatuur een beetje aan. Bij wat lagere temperaturen minder water geven. De plant verdampt als hij wat ‘groter is gegroeid’ gemakkelijk 1 liter water per dag bij normale kamertemperaturen.

Geef in de groeiperiode van de plant (van voorjaar tot herfst) om de veertien dagen wat vloeibaar plantenvoedsel in het gietwater (kies in dit geval plantenvoeding voor groene planten). Een goede luchtvochtigheid wordt ook op prijs gesteld, dus zo nu en dan lekker even het blad besproeien is prima. Daarmee haal je ook het stof van het blad! Het is een sterke plant. Als je hem verzorgd zoals beschreven, kan hij generaties-lang mee gaan.

Opvallende bloei
Hoewel de Areca-palm als groene design- en bladplant wordt beschouwd, kan hij wel degelijk prachtig bloeien. Tussen de grote bladeren (met wel 40-60 smalle deelbladen aan weerszijden van de middennerf) verschijnen dan trossen gele bloemen die daarna besachtige vruchten vormen waar in de tropen vogels graag van eten (dat kan dus ook gebeuren als je de plant ’s zomers buiten zet). Uit de bessen kun je ook nieuwe planten opkweken. De kwekers vermeerderen de planten meestal door jonge grondscheuten los te nemen en apart op te kweken.

Een echte luchtzuiveraar
De Areca-palm staat erom bekend dat hij vervuilde licht zuivert door de ongewenste deeltjes eruit te filteren. Om die reden is deze palm ook heel geschikt om in kantoor- en andere werkomgevingen te worden toegepast. De plant neemt de onzuivere deeltjes via het blad op en maakt daar bouwstof voor zichzelf van. Hij heeft er geen last van. Heel bekend is dat de Areca-palm met name stoffen zoals xyleen en tolueen uit de lucht wegzuivert. Dit is o.a. gebleken uit onderzoek door de NASA.

Echte Areca-palmen
Nederlanders met een Indische achtergrond kennen nog wel een echte Aziatische Areca-soort, namelijk de betelpalm (Areca catechu). Het is de palm die bij het ‘sirih-pruimen’ wordt gebruikt. Daarvoor worden de betelnoten  fijngehakt met wat kalk en andere stoffen (gambir) in een stukje betelblad verpakt. Daar wordt op gekauwd. Het heeft een opwekkende werking, maar het kleurt de tanden rood.

TIP
Combineer met andere palmen voor nog meer exotische sfeer: Chamaedorea, Howeia, Phoenix, maar ook Microcoelum zijn heel geschikt!

In kort bestek
De Areca-palm (Dypsis lutescens) uit Madagascar is een prachtige design-plant voor living en werkplek die de lucht zuivert van schadelijke stoffen. Deze tropische, altijdgroene palm bloeit bovendien met grote gele trossen en vormt grote, sierlijke, veerachtige, oranjegeel-generfde bladeren van meer dan een meter lang. Hij kan een hoge leeftijd bereiken en de verzorging is eenvoudig. Past in elk interieur (klassiek of modern).

Zinkvaren

$
0
0
Zinkvaren

Ja, deze sterke varen staat graag in de halfschaduw

Van het varengeslacht Phlebodium bestaan zeker tien soorten, waarvan Phlebodium aureum de bekendste is. De kweekvorm ‘Blue Star’ waar het hier over gaat, hoort daar ook bij. De oorspronkelijke soort vormt lang gesteelde, diep ingesneden bladeren met een blauwachtig waas. ‘Blue Star’ doet dat ook, maar daarbij zijn de prachtige, enigszins golvende bladeren wat meer grijsblauw. Vandaar de Nederlandse naam ‘zinkvaren’. De plant wordt ook wel  ‘blauwvaren’ genoemd (naar de Engelse naam ‘Blue Fern’). Als de planten volwassen zijn kunnen ze ca. 1 m hoog worden, maar het kan lang duren voor ze die maat bereikt hebben en ‘Blue Star’ blijft wat kleiner dan de wilde soort. GroenRijk heeft nu mooi uitgegroeide exemplaren in royale potten van 17 cm doorsnee voor je klaar staan.

Zinkvaren ‘Blue Star’ is in feite een epifyt. Dat de betekent dat de soort in het wild op de takken in de kronen van bomen leeft. Ze wortelen dus niet in de volle grond. Ze zijn te vinden van de vochtige tropische wouden van Midden-Amerika tot in de enorme moerasbossen (‘the Everglades’) in Florida, USA. Ook op Shri-Lanka zijn ze inmiddels ingeburgerd. Vanwege hun bijzondere leefwijze hebben ze speciale wortels die vooral bedoeld zijn om zich aan de takken te hechten, maar toch ook  om voedsel door op te nemen. Die wortels (rizomen) mag je nooit met grond bedekken. Ze kruipen ook  in de pot waar de plant in groeit, altijd bovengronds en zijn bezet met goudbruinkleurige schubben. Die kleuraanduiding zit ook in de naam (‘aureum’ is ‘goudkleurig’). Maar ook de ronde sporenhoopjes die aan de bladeren verschijnen zijn goudgeel (varens bloeien niet, maar vormen sporen). Het naamdeel ‘phlebo’ in de soortnaam betekent ‘behaard’. Het is onduidelijk waar dat op slaat. Zinkvarens behoren tot de familie van de eikvaren-achtigen (Polypodiaceae).

Liefst wat schaduw
‘Blue Star’ past zich gemakkelijk aan allerlei omstandigheden aan, maar houdt niet van fel zonlicht. Zet deze plant dus nooit in de volle zon, maar wel licht tot in lichte schaduw. Afwisselend licht en wat meer schaduw is ook prima. Denk maar aan de manier waarop de zon door het bladerdek in de kroon van een boom schijnt. Dan wordt en blijft de bladkleur het mooiste.

Ook mag de temperatuur op de plek waar je hem zet niet te laag zijn. Het hele jaar door normale kamertemperaturen is prima, maar zorg dat ook ’s winters de nachttemperatuur niet beneden 16 °C komt.

Water geven
Geef tijdens de groeiperiode (’s zomers) royaal water, maar zorg dat je een teveel aan doorsijpelend water kunt afgieten. ‘Blue Star’ verdraagt geen stagnerend water. Een pot met onderschotel is daarom het handigst om hem in te laten groeien. Geef nooit water in het hart van de plant, dat kan dan kaal worden en dat zou jammer zijn. Giet dus aan de zijkant van de pot op de potgrond met zacht (onthard of regen-)water op kamertemperatuur. Is het water te koud of krijgt de plant te veel water, dan kan dat bladverbruining tot gevolg hebben. Overigens zal dat niet zo gauw gebeuren, want ‘Blue Star’ is een sterke plant, maar we moeten de kans erop hier natuurlijk wel noemen. ’s Winters minder water geven. Tussen maart en september kun je (in een lage dosering) eens in de veertien dagen wat plantenvoeding (voor groene planten) in het gietwater doen. Het is ook goed om het blad zo nu en dan te besproeien met zacht water uit een nevelspuit. De plant houdt van een hoge luchtvochtigheid, maar verdraagt ook wat drogere lucht.

Verpotten
Als je je ‘Blue Star’ wilt verpotten, kun je dat het beste in het voorjaar doen. Zet hem dan in een wat grotere pot, gebruik normale potgrond of orchideeëngrond en zorg dat je de beschubde wortels niet met grond bedekt.

Ze zuiveren de lucht
Alle zinkvarens halen schadelijke deeltjes uit de lucht die ze via hun bladeren inademen en slaan die op of breken ze af. Dat laatste gebeurt bijv. met koolstofdioxide (CO2). Dat is zelfs echte groeistof voor planten en ze geven er (via het blad uitgeademde) zuurstof voor terug. Deze planten zijn dus ideaal om de lucht in je living of op je werkplek te zuiveren. Mooi, sfeervol en nuttig tegelijk!

TIP
Andere soorten Phlebodium worden nauwelijks gekweekt. Maar er zijn wel ook andere cultivars dan ‘Blue Star’. ‘Mandaianum’ blijft vrij klein (75 cm) en heeft gegolfde bladranden, ‘Cristatum’ heeft gekrulde bladtoppen. Leuk om mee te combineren!

In kort bestek
De decoratieve zinkvaren ‘Blue Star’ (Phlebodium aureum) heeft schitterend, stijlvol, zacht golvend, grijsblauw, blijvend blad, groeit graag in lichte schaduw en zuivert de lucht. Ideaal en zeer sfeervol in je living en op je werkplek. Stelt weinig eisen. Eenvoudig te verzorgen. De soort stamt uit de boomkronen van de Midden-Amerikaanse regenwouden en de moerasbossen  in Florida.

Geluksplant

$
0
0
Geluksplant

Ja, de Geluksplant staat graag op een lichte plaats, maar niet in de volle zon

De ‘geluksplant’ (Cordyline fruticosa) is een exotische, palmachtige, bladhoudende, ook bloeiende plant uit heel Zuidoost-Azië, Noordoost-Australië, Irian Jaya (Nieuw-Guinea), Papua Nieuw-Guinea, de Filipijnen, en tal van eilanden in de Stille Oceaan (Polynesië), zoals Tonga, Samoa en Tahiti. In Nieuw-Zeeland en op Hawaii werd de plant al lang geleden door Polynesische zeevaarders geïntroduceerd. Inmiddels is deze soort in tropische gebieden over de hele wereld te vinden. Er zijn honderden, vaak uiterst kleurrijke rassen van gekweekt die graag in tuinen worden toegepast. Op Hawaii bestaan de rokjes van de inheemse  dansers uit tientallen Cordyline-bladeren. De plant wordt daar Cabbage Palm, Good Luck Plant, Plant Lily, Ti-plant en (in het Hawaiiaans) La’i of Ki genoemd. Op Tonga kennen ze die rokjes ook, maar in een iets andere vorm. Volgens de Polynesiërs heeft de plant grote spirituele kracht. Daarom werden (en worden)  Cordylines er vaak  op de hoeken van de huizen geplant om boze geesten af te weren. De lange bladeren werden ook wel voor dakbedekking gebruikt. Op Hawaii wordt uit de wortels een gegiste, gedestilleerde likeur gemaakt: Okolehao. De wortels worden door de Polynesiërs ook wel gekookt gegeten, ze zijn rijk aan zetmeel.

Over de juiste botanische indeling van deze tropische planten (er zijn meer soorten Cordyline, zoals bijv. Cordyline australis uit Nieuw-Zeeland) bestaat enige verwarring. De planten worden tegenwoordig meestal bij de Lelieachtigen ingedeeld (Liliaceae), maar ook bij de Aspergefamilie (Asparaceae) en soms nog bij de Agaveachtigen (Agavaceae) maar dat is inmiddels een subfamilie bij de Asparaceae geworden. De planten zijn in ieder geval nauw verwant aan die andere bekende kamerplanten: de Dracaena’s, waar ze ook wel een beetje op lijken.

Kleurrijke kamerplanten
Alle Cordyline fruticosa-cultivars vormen een pruik met zwaardvormige bladeren aan (na enige jaren) een korte of op een duur zelfs langere, verhoutende stam.  De bladeren kunnen wel 40-60 cm lang worden en  tot 10 cm breed. De kleuren kunnen fantastisch zijn: alle tinten groen, vaak (in de lengte gestreept en soms iets gevlekt) gecombineerd met bruin, bijna zwart, rood, oranje, geel, paars, roze enz. Prachtig! Het zijn bladhoudende planten die op oudere leeftijd schitterend kunnen bloeien met 40-60 cm lange, opstaande, trosachtige bloeiwijzen met kleine, zoet geurende, buisvormige bloemen die geelachtig  tot rood kunnen zijn en alles daartussen. In de natuur vormen zich daar (na bestuiving) rode bessen uit. De kleurrijke planten die GroenRijk nu aanbiedt hebben nog geen stammetje. Maar als je ze goed verzorgt, ontstaat die vanzelf. In ‘het wild’ kunnen ze (na jaren) zelfs 4 m hoog worden. Dat halen de als kamerplant bedoelde cultivars bij lange na niet, maar hun prachtige exotische vorm ontwikkelen ze wel. De planten kunnen in nazomer en vroege herfst gaan bloeien, maar jonge planten doen dat nog niet.

Verzorging
Deze tropische planten houden van warmte, maar normale kamertemperaturen (18-23 °C) zijn uitstekend. Zet je geluksplant nooit op de tocht. Zorg wel voor voldoende luchtvochtigheid, dus besproei het blad van de plant regelmatig met een vernevelspuit. Als de lucht te droog wordt, kan het blad verbruinen en omkrullen. Cordyline’s houden ervan om op een lichte plek te staan, maar niet in fel zonlicht. Bij het gieten en besproeien liefst alleen onthard water of regenwater gebruiken. Geef in de groeiperiode (voorjaar tot herfst) matig water. Laat de potgrond tussen twee gietbeurten in enigszins opdrogen. Van april tot augustus kun je eens per maand plantenvoedsel  (in een zwakke concentratie) geven. Zorg ’s winters voor voldoende ventilatie om rotten van het hart van de plant te voorkomen. De potkluit dan bijna droog houden. Laat ook dan de nachttemperatuur niet beneden 18 °C zakken.

Honderden cultivars
GroenRijk heeft een prachtige keuze aan kleurige cultivars, in 19 cm-potten gekweekt, voor je klaar staan. Je kunt kiezen tussen o.a. ‘Mango’ waarvan de bladkleuren zich laten raden, en ‘Kiwi’. De laatste is niet bruin, zoals je mogelijk zou denken, maar het blad van deze geluksplant is groen met roze gestreepte randen en er loopt zelfs wat roomgeel doorheen. Allebei heel mooi!

TIP
In veel tropische gebieden worden deze geluksplanten (Cordyline fruticosa) graag toegepast als constante ‘kleurgevers’ in borders en perken. Dat kun je binnen ook. Maak kleurrijke combinaties  met groene bladplanten en waan je ook thuis een beetje in de tropen!

In kort bestek
Dat de kleurrijke Cordyline fruticosa-cultivars die GroenRijk nu aanbiedt wel ‘Geluksplanten’ worden genoemd, danken we aan de Polynesiërs (van de eilanden uit de Stille Oceaan) die er beschermende, spirituele krachten aan toekennen. Voor ons zijn het echte design-planten uit de tropen die met hun gele, rode, roze, paars en crème gestreepte bladeren  jaarrond kleur in huis brengen. Sterk, vol in het blad en makkelijk te verzorgen. Ze passen in elk type interieur. Heerlijk om te hebben en te geven.

De Vriesea

$
0
0
De Vriesea

Ja, geef de Vriesea matig water en besproei de plant regelmatig

De wetenschappelijke naam van deze plant is zo eenvoudig (Vriesea ‘Intenso Pink’) dat er geen aparte Nederlandse naam nodig is. Vriesea is dus gewoon Vriesea. Dit plantengeslacht is trouwens genoemd naar de Nederlandse botanicus prof. W.H. de Vriese (1806-1862) die o.a. in 1857 werd belast met onderzoek naar en verbetering van de landbouw in het toenmalige Nederlands-Indië. Vriesea is een van de belangrijkste bromelia-geslachten met tientallen soorten die vooral in Midden- en tropisch Zuid-Amerika voorkomen, met het zwaartepunt in Brazilië. Er zijn van nature groenbladige en bontbladige soorten. Ze vormen allemaal (soms zelfs heel grote en meestal trechtervormige) bladrozetten. De grootste (Vriesea imperialis uit Brazilië) ontwikkelt tot anderhalve meter lange, groene bladeren en doet er wel twintig jaar over om zijn metershoge  bloeiwijze een keer  te tonen. Zolang ze niet bloeien, zijn het allemaal prachtige bladplanten. Na de bloei sterft de bladrozet onherroepelijk af, maar de plant heeft dan vanuit de wortels meestal wel nieuwe rozetten gevormd. De verschillende soorten kruisen onderling vrij gemakkelijk. Bijna alle planten die in de handel worden aangeboden, zijn dan ook hybriden (kruisingsproducten) die uit verschillende oudersoorten zijn ontstaan. Vandaar dat er zelden een soortnaam wordt aangegeven. De meeste planten hebben daarom achter de geslachtsnaam Vriesea meteen een cultivarnaam.

Vriesea ‘Intenso Pink’
Dit is een gloednieuwe cultivar, ontwikkeld door Herb Hill, Rensselaersville, New York,USA, en vermeerderd door de Belgische plantenkweker Deroose Plants. De plant werd meteen vanaf de introductie in Europa in 2013 een groot succes. Voor de Europese markt wordt ‘Intenso Pink’ met name door de Nederlandse kweker Bromelia Specialist geproduceerd. In de USA wordt de plant pas vanaf medio januari 2014 aangeboden (introductie tijdens de Tropical Plant Industry Exhibition in Florida). Een prachtig voorbeeld van de vérgaande internationalisatie van de plantenteelt en -handel.

GroenRijk volgt de nieuwste ontwikkelingen steeds op de voet, zodat je altijd het beste en mooiste kunt kopen dat internationaal wordt aangeboden.

‘Intenso Pink’ blijft bescheiden van maat (eindhoogte bloeiend 40 cm) en ontwikkelt een prachtige, rijk vertakte, (van bovenaf gezien) stervormige bloeiwijze die lijkt te stralen van kleur. Een heel bijzondere kleur: opvallend sterk, bijna lipstick-achtig, glanzend fel roze dat toch ook nog variatie toont.  Deze plant  is een echt juweel waar je dankzij de zeer lange bloeitijd enorm van kunt genieten. Het vrijwel egaal-groene blad leidt alle aandacht naar de bloeiwijze die er hoog bovenuit steekt. Dankzij zijn formaat is er altijd wel een geschikt plekje voor ‘Intenso Pink’ te vinden.

Verzorging
Vriesea ‘Intenso Pink’ is een epifytische bromelia. Zijn  voorouders groeiden in de kruinen van de hoge bomen in het tropische oerwoud van Zuid-Amerika. Om die reden houdt de plant van enigszins gefilterd licht . Te veel direct zonlicht veroorzaakt langere en donkerder groene bladeren. Te weinig licht geeft bladvergeling. Zet de plant dus licht, maar niet in fel zonlicht. De plant ontwikkelt met opzet een bladertrechter om daar water in op te vangen. Zorg dat daar altijd water in staat en ververs dat water zo nu en dan. Geef eens per week water ook op de potgrond en vernevel water over het blad als de lucht erg droog is. ‘Intenso Pink’ is gelukkig niet al te gevoelig voor droogte, dus ideaal als kamerplant.  Je mag eens per maand vloeibare plantenvoeding in het gietwater geven, maar wel in een lage dosering (neem de helft van wat je normaal zou geven). Giet alleen met onthard (zacht) water op kamertemperatuur. Regenwater is prima. Normale kamertemperaturen zijn goed voor ‘Intenso Pink’ (niet lager dan 18 °C).

TIP
Tegen het einde van de maandenlange bloeitijd kan de plant jonge scheuten hebben gevormd. Die kun je eventueel van de moederplant afnemen en apart oppotten in speciale bromeliagrond (dat heeft GroenRijk ook voor je). De moederplant sterft na de bloei namelijk af. Laat de jonge scheuten minstens twee maanden bij de moederplant groeien voor je ze los snijdt. Het zal een paar jaar duren voor de jonge planten op hun beurt zullen gaan bloeien, maar als je daar het geduld voor hebt, is het best aardig om te proberen.

In kort bestek
De bijzondere, maandenlang bloeiende bromelia Vriesea ‘Intenso Pink’ vormt een heldergroene bladtrechter met daar bovenuit een onwaarschijnlijk fel roze, glanzende, vertakte bloeiwijze. De verzorging is makkelijk: zet hem op een lichte plek, maar niet in fel zonlicht, geef water in de trechter én op de potgrond, besproei het blad zo nu en dan en geef eens per maand een beetje plantenvoeding. Na de bloei sterft de bladrozet af, maar deze heeft dan al jonge scheuten gevormd.

Opnames Rob's Grote Tuinverbouwing!

$
0
0
Opnames Rob's Grote Tuinverbouwing!

Maandag 27-01-2014 heeft SBS6 bij ons opnamens gemaakt voor een aflevering van Rob's Grote Tuinverbouwing voor een tuin in het Westland.

De aflevering zal te zien zijn op zaterdag 1 maart om 17:00u!

Lepelplant

$
0
0
Lepelplant

Ja, de Lepelplant wil regelmatig water en één keer per maand vloeibare plantenvoeding

Lepelplanten (Spathiphyllum) zijn tropische planten die uit Zuid-Amerika stammen. Ze behoren tot de familie van de Aronskelken en groeien in de natuur in de schaduw en aan de voet van de woudreuzen in de regenwouden. Alle soorten lepelplanten vallen op door hun glanzende, donkergroene bladeren en bijzondere bloemen. De bloemen bestaan uit een bloeikolf met een fraai schutblad erachter. Bij de meeste lepelplanten steken de bloemen aan lange stelen boven de bladeren uit. Bij ‘Pronto Cupido’ is dat soms minder het geval en hebben de witte, ranke schutbladen vaak een groene tip, waardoor het bijna lijkt of ze zich schuchter willen verstoppen. Heel mooi en geraffineerd! En ze geuren!

Bij de meeste soorten en cultivars – ook bij ‘Pronto Cupido’ – is de bloeikolf na ruim een week uitgebloeid en kleurt het schutblad daarna langzaam lichtgroen. Ook dan zijn ze prachtig. Die fase duurt zo’n vijf, zes weken. Daarna kunnen de uitgebloeide stengels worden afgeknipt. Ze bloeien niet allemaal tegelijk. De bloemen worden in het voorjaar gevormd en als de planten het naar hun zin hebben, bloeien ze in de nazomer opnieuw. Opvallend aan ‘Pronto Cupido’ is dat de groene bloeisteel als een heldere, puntige groene lijn in het schutblad doorloopt. De bloeikolf zelf is geelachtig tot roomwit.

Blijvende planten
Zoals de meeste lepelplanten die worden aangeboden, is ook Spathiphyllum ‘Pronto Cupido’ een hybride, wat betekent dat hij is ontstaan uit kruisingen tussen enkele van de tien bekende soorten, waarvan Spathiphyllum wallisii de belangrijkste is. Die soort stamt met name uit Colombia en Venezuela. Het zijn in de natuur en dus ook als kamerplant vaste planten die jarenlang kunnen leven en steeds opnieuw zullen bloeien. Gooi je lepelplant dus niet weg als hij is uitgebloeid. Ook zonder bloemen zijn het prachtige planten.

Verzorging
Alle Spathiphyllum’s houden van een lichte tot licht beschaduwde plek. Je moet je lepelplant dus zeker niet in de volle zon zetten. Stel je maar voor hoe de situatie in het oerwoud is. Dat betekent dat ook de temperaturen niet te laag mogen worden. Gewone kamertemperaturen zijn prima. Laat ook ’s nachts de temperatuur niet lager worden dan 15 °C. Warmer dan 23 °C  hebben ze het ook liever niet, maar dat heeft vooral te maken met verdamping en uitdroging. Zorg dat de potkluit nooit uitdroogt, maar laat het bovenste grondlaagje wel iets indrogen voor je opnieuw water geeft. Geef ’s zomers liefst twee keer per week water. Vooral ’s winters als de lucht in huis vaak veel droger is, kun je een lepelplant zo nu en dan besproeien met een waternevel over het blad. Daardoor wordt de luchtvochtigheid rond de plant weer even verhoogd en je haalt er het stof mee van het blad, waardoor dat beter kan blijven ademen. Bij dat besproeien moet je de bloemen een beetje ontzien. Als ze nog in knopstadium zijn, mag je die wel besproeien. Door water te vernevelen voorkom je dat het blad door uitdroging bruine punten en soms zelfs bruine randen krijgt. Nog beter is het om de pot op een onderschotel met fijn grind te zetten, waar je water in kunt gieten. Dat grind (gebakken kleikorrels zijn ook goed) moet je dan voortdurend nat houden. Dat zorgt voor een constante vochttoevoer aan de lucht rond de plant. Zorg daarom ook dat de plant niet op de tocht staat. ’s Winters heeft een lepelplant zijn rustperiode, hij verdraagt dan wat meer droogte en heeft ook wat minder water nodig. Geef dan eens per maand wat vloeibare plantenvoeding in het gietwater. Tijdens de groei en bloei liever wat vaker, bijv. eens per veertien dagen. De plant bloeit het beste door als je (zoals hierboven genoemd) uitgebloeide bloemen (het schutblad wordt dan lelijk) wegneemt. Wil je je Spathiphyllum verpotten, dan kun je dat het beste in het voorjaar doen (februari-maart). Doe dat dan niet in standaard potgrond, maar in speciale anthuriumaarde (dat heeft GroenRijk ook voor je). Potten groter dan 20 cm doorsnee zijn niet nodig. De planten die GroenRijk nu voor je heeft, staan al in potten van 17 cm doorsnee.

Lepelplanten zuiveren de lucht
Deze planten blijken uitzonderlijk goed te zijn in het verwijderen van vervuilende gassen en andere zeer fijne stoffen uit de lucht. Er zijn o.a. door de NASA uitgebreide proeven mee gedaan, waarbij bleek dat de planten zelfs zonder problemen formaldehyde opnamen en in hun weefsels opsloegen. Het glanzende, groene blad deed hetzelfde met tal van andere stoffen die schadelijk voor ons zijn. Fantastisch dus in een omgeving waar printers, kopieermachines enz. werken, een kantoor- of andere omgeving dus. Maar uiteraard ook in je living. Het enige waar ze moeite mee hebben is vetaanslag. Dat verhindert de natuurlijke ‘ademhaling’ van het blad. Een plek in een keuken waarin veel wordt gefrituurd e.d. is daarom minder geschikt. De huidmondjes in het blad, waar de plant door ‘ademt’, raken erdoor verstopt. Eerder werd Spathiphyllum wel geadviseerd voor ruimtes waar veel werd gerookt – het moest er dan wel licht genoeg zijn natuurlijk – maar sinds er veel minder wordt gerookt…

TIP
Wanneer de lucht lange tijd te droog is, kan een lepelplant soms last krijgen van rode spint. Ook daarom is het goed zo nu en dan water op het blad te vernevelen en even op de bladonderzijden te kijken of je de kleine, rode, spinachtige diertjes ziet. Een aantasting is gemakkelijk te verhelpen. GroenRijk heeft er de juiste middelen tegen.

In kort bestek
Lepelplanten zijn prachtige, rijkbloeiende, altijdgroene bladplanten die heel lang kunnen leven. GroenRijk heeft nu de speciale Spathiphyllum ‘Pronto Cupido’ in de aanbieding met prachtig glanzend donkergroen blad en sierlijke witte schutbladen achter de roomgele bloeikolven. Bloeit in voor- en najaar. De verzorging is makkelijk. Gewone kamertemperaturen zijn prima. Deze design-plant zuivert bovendien de lucht van schadelijke stoffen. Past in iedere interieurstijl.   


Woonplant van de maand februari: de Scindapsus

$
0
0
Woonplant van de maand februari: de Scindapsus

Woonplant van de maand februari is de Scindapsus, ook bekend als Epipremnum. Een veelzijdige plant door z’n verschillende verschijningsvormen en met als bonus een bijzonder luchtzuiverende werking.

Gevlekt en gevlamd, klimmend en hangend
Met de Scindapsus kun je alle kanten op. Doordat de ranken op een liaanachtige wijze groeien, kan de plant omhoog klimmen langs een stam of z’n ranken laten hangen. De plant is daardoor te koop als klim- en hangplant. De veelal glanzende bladeren van de Scindapsus zijn hartvormig en hebben een opvallende print: het blad is gevlekt of gevlamd en heeft een kleurenpalet dat loopt van donkergroen via lichtgroen naar zilver, geel en zelfs witachtig.

Luchtzuiverend volgens NASA en Fytagoras
Uit onderzoek door NASA en het wetenschappelijke bedrijf Fytagoras* blijkt dat de Scindapsus in de top 10 van meest luchtzuiverende planten staat. De Scindapsus verbetert de luchtkwaliteit niet alleen thuis, ook op werkplekken waar printers en andere apparaten staan zorgt de plant voor een betere luchtkwaliteit.

Makkelijk te verzorgen
De Scindapsus komt van ver: de plant vindt zijn oorsprong in Zuidoost-Azië, Indonesië en de Salomonseilanden. Hoewel de plant ervoor zorgt dat jij zuivere lucht inademt, vraagt hij niet veel terug. Een lichte standplaats zonder tocht, een beetje water zodat de aarde gelijkmatig vochtig is en af en toe wat sproeien met de plantenspuit. En als de ranken te lang worden, knip je ze een stukje af.

Leuk om te weten:

  • De Scindapsus gedijt het beste tussen de 18°C en 25°C en kan niet tegen temperaturen onder de 15°C .
  • Scindapsus maakt onderdeel uit van de Araceaefamilie, net als Caladium, Dieffenbachia, Monstera en Philodendron.
  • De plant kan ook goed tegen een standplaats in de halfschaduw.
  • In de tropische oerwouden van Zuidoost-Azië, Indonesië en de Salomoneilanden groeit de Scindapsus langs de bomen omhoog.
  • De Scindapsus staat bekend als geluksplant: de plant zou zijn eigenaar geld en geluk brengen.
  • De Griekse naam Epipremnum komt van Epi (op) en Premnon (een stengel): groeit aan de stengels van bomen.
  • Verdwijnt de print op de bladeren van de Scindapsus en wordt het blad egaal groen? Dan staat de plant op een te donkere plek.
  • In 1879 werd de eerste Scindapsus naar Europa gebracht en daar verder ontwikkeld.
  • Je kunt de luchtvochtigheid voor de Scindapsus verhogen door een schotel met water in de kamer neer zetten. Het water kan dan langzaam verdampen.

Woonplant van de maand
De Scindapsus, of Epipremnum, staat deze maand in het middelpunt van de belangstelling als Woonplant van februari 2014. ‘Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau en komt tot stand met financiële steun van de Europese Unie. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 

De Hyacint

$
0
0
De Hyacint

Ja, de Hyacint staat graag op een lichte plaats en geef de plant tijdens de bloei regelmatig water

De verrukkelijke geur die hyacintenbloemen verspreiden zijn absoluut de belangrijkste reden waarom iedereen ze heel graag in huis haalt. Hun toptijd ligt tussen Kerstmis en Pasen. De bollen worden dan bloeiend en voorgetrokken (zoals dat heet) aangeboden. Dat ‘voortrekken’ is een kwekerstruc om de bollen eerder in bloeit te krijgen. Hun natuurlijke bloeitijd valt in april-mei. De planten komen oorspronkelijk uit Klein-Azië, waar ze nu nog (violetblauw bloeiend) in het wild voorkomen. De wilde vorm bloeit veel minder rijk dan de zogenaamde Hollandse hyacinten die we nu vooral kennen. De Turken brachten de bollen naar Europa nadat ze in 1483 Constantinopel (nu Istanboel) hadden veroverd. Uit ca. 1600 zijn er berichten dat men in Holland al vier typen hyacinten kende. Er werd toen dus al voorzichtig mee gekweekt, maar dat veranderde al snel toen de bollen veel geld waard bleken. De Hollandse kwekers hadden de bollen via Italië en Frankrijk te pakken gekregen en gingen ermee aan de slag. Rond 1700 waren er al meer dan 2000 verschillende rassen die gretig aftrek vonden.  Toen kwam ook de verdere verspreiding van de bollen op gang. Maar niet alleen vanuit Nederland. Al in 1740 werd er in Berlijn een druk bezochte Hyacinten-tentoonstelling georganiseerd op basis van bollen die door uit Frankrijk gevluchte Hugenoten waren meegenomen. Toch bleven Nederlandse kwekers hun stempel op de hyacintenteelt drukken met steeds nieuwe rassen, waarvan enkele tot de dag van vandaag wereldwijd worden  gevraagd, bijv. de beroemde paarsblauw bloeiende Hyacinthus orientalis ‘Delfts Blauw’.

Bij de meeste soorten en cultivars – ook bij ‘Pronto Ze zijn er nu in allerlei typen en vormen. GroenRijk biedt ze bloeiend in 13 cm-potten gekweekt, in verschillende kleuren aan. Als je ze nu koopt heb je ruime keuze. De meeste hyacinten worden op bloemkleur verkocht, maar er zijn honderden rassen zoals ‘Delfts Blauw’ die wel degelijk een eigen naam hebben. We noemen er een paar: ‘Jan Bos’ met rode bloemen, ‘Blue Jacket’ (blauw), ‘l’Innocence’ (wit), ‘Pink Pearl’ (roze), ‘Tubergen’s Scarlet’ (felrood), ‘Ostara’ (blauw) enz. Maar er zijn ook zalmkleurige (‘Amsterdam’, ‘Oranje Boven’), paarse (‘Lord Balfour’) en zelfs gele rassen (‘City of Haarlem’). Ook zijn er typen met enkele bloemen en gevuldbloemige rassen. Veel minder bekend zijn de zogenaamde Multiflora-hybriden die ook wel worden voorgetrokken. Dat zijn  rassen die bloeien met een flink aantal kleine bloemtrosjes uit dezelfde bol. De vroegere Romeinse hyacinten die met heel fijne, witte bloempjes bloeien, worden bijna niet meer voor huiskamergebruik gekweekt. Die zijn ook lastiger voor te trekken. Voor de buitencultuur (in de tuin) zijn nog veel meer rassen verkrijgbaar dan er voor binnen gebruik worden voorgetrokken. Die koop je in de herfst als droge bollen.

Hyacinten hebben geschubde bollen en vrij smal, enigszins gootvormig blad. Per bol worden meestal niet meer dan zes tot acht bladeren gevormd en één of meer bloeistelen (de wilde vorm is vaak meerstelig). De naam Hyacinthus stamt uit de Griekse mythologie en was de naam (Hyakintos) van een Griekse jongeman die ‘uit minnenijd’ door de god Apollo werd gedood. Zoals in zoveel mythologische verhalen schoot daarop op de plek waar de jongeman had gestaan een even fraai bloeiende plant op, die uiteraard zijn naam kreeg.

Verzorging
De meeste in pot voorgetrokken hyacinten worden te koop aangeboden als ze net een beetje beginnen te kleuren. De verzorging is heel eenvoudig. Zet het potje met de in bloei komende planten op een lichte, maar liefst koele plek. Laat ze gewoon in hun kweekpotje staan en zet dat in een aardig sierpotje. Zo behandeld blijven ze het langst mooi en geuren het sterkst. Een heel warme woonkamer is dus wat minder geschikt. Gewone kamertemperaturen zijn prima. Hyacinten kunnen van alle in pot voorgetrokken bolgewasjes de meeste warmte aan. Geef regelmatig water, want ze verdampen het snel. Plantenvoeding hoef je niet te geven. De bollen (er zitten er bij GroenRijk drie in een kweekpotje) bloeien wekenlang. Als ze zijn uitgebloeid, kun je ze wegdoen. Je krijgt ze daarna namelijk nooit meer zo goed in bloei en de planten hebben dan (als overhouden al lukt) de neiging een beetje naar de wilde vorm terug te gaan met kleinere trossen en minder bloempjes. Daarom heeft het ook niet veel zin om de bollen in de tuin te planten als ze zijn uitgebloeid. Van in de tuin groeiende hyacinten worden de bollen pas in juli gerooid en vervolgens droog en op een luchtige plek bewaard. Ze worden in het najaar geplant. Maar ook dan is het voor een rijke bloei beter om ieder najaar verse bollen te kopen. Bij de hyacinten worden de afzonderlijke bloempjes in de tros ‘nagels’ genoemd.

TIP
In zuidelijke landen in Europa (met name in Frankrijk) worden hyacinten wel geteeld om de bloemen te oogsten voor de productie van geurende oliën, parfums, zeep e.d.

In kort bestek
De hyacinten die GroenRijk deze week aanbiedt, zijn per drie in een potje opgekweekt en speciaal voor deze tijd van het jaar in bloei getrokken. De kleur is al duidelijk zichtbaar, de geur moet zich nog in alle volheid ontwikkelen. Van bloeiende bollen in dit stadium heb je nog wekenlang plezier. Leuk om te hebben, te krijgen en te geven. Zet ze licht, niet te warm. Regelmatig water geven. That’s all! Vul uw hele huis met heerlijke hyacintengeur en geniet van hun kleur!

De Primula

$
0
0
De Primula

Ja, Primula’s zijn vrolijke voorjaarsbloeiers voor binnen en buiten

Met deze Primula’s bedoelen we de ‘stengelloze sleutelbloemen’ die we nu volop bloeiend aanbieden. De naam slaat op de bloemsteeltjes die vaak heel kort zijn – dat wisselt per ras. De bloemen liggen soms vlak boven het groene blad en vormen daarmee een iets bolle, platte zode. De Duitsers noemen deze planten daarom ‘Kissenprimel’: kussenprimula’s. De polvormende planten worden bloeiend meestal niet hoger dan zo’n 10 à 15 cm. Stengelloze sleutelbloemen komen oorspronkelijk uit de natuur van Zuidwest-Europa (Zuid-Frankrijk, Spanje, Portugal, vooral uit de Pyreneeën). Vroeger werd deze soort (en nu soms nog wel) Primula acaulis genoemd, maar de juiste naam is nu Primula vulgaris. De kweekvormen worden nog wel Acaulis-hybriden genoemd of primula’s uit de Acaulis Groep.

Vrolijke voorjaarskleur uit de hoge Pyreneeën
Deze sleutelbloemen bloeien ook in hun natuurlijke omgeving – o.a. berghellingen en vochtige dalen in de Pyreneeën – al heel vroeg in het jaar (maart-april). De wilde soort heeft gele bloemen. Al snel na de sneeuw kun je er in de Pyreneeën hele velden van zien bloeien. De tientallen gekweekte hybridenrassen vertonen ook allerlei andere, vrolijke en dikwijls ook warme kleuren: rood, roze, bruinrood, blauw, lila, wit en natuurlijk ook tal van gele tinten, van okergeel tot citroengeel. Maar één kenmerk hebben ze allemaal: iedere bloem heeft een stervormig, warmgeel hartje. Daar moeten de bestuivende insecten naar toe worden gelokt. In de natuur zijn dat zo vroeg in het jaar vooral hommels die met hun zachte, harige vachtje al bij lage temperaturen kunnen uitvliegen vanuit hun ondergrondse holletjes.

Voor kamer en tuin
Stengelloze sleutelbloemen bloeien rijk, maar ze geuren niet. Kennelijk hebben ze dat niet nodig om te overleven. Omdat het eigenlijk bosplanten zijn, hebben ze niet veel zon nodig. Lichte schaduw vinden ze prima, dus zijn ze ook heel geschikt om op een niet te donkere plek in huis te zetten. Zet een paar van deze planten in een lage, brede pot of schaal en je fleurt er je hele kamer mee op. Als ze na een paar weken zijn uitgebloeid, kun je ze gewoon in de tuin planten. Plant ze beschut tussen struiken in niet te droge grond. Zo groeien ze in de natuur ook. Deze primula’s zijn volkomen winterhard. Vroeger golden de kweekvormen ervan zelfs als de belangrijkste tuinprimula’s.

Primula’s komen vooral in Azië, Europa en Noord-Amerika voor
Er zijn wel 350 verschillende soorten die heel verschillend kunnen zijn, ook qua groeiomstandigheden. Maar hun bloemen hebben altijd vijf kroonblaadjes. De groene bladeren van deze stengelloze sleutelbloemen zijn opvallend sterk en kreukelig gerimpeld. De bladvorm is langwerpig eirond.

Verzorging
Als de planten te droog staan, kan het blad verbruinen, maar te veel water is ook niet goed. Als je de planten water hebt gegeven, moet je het doorlekkende water dat onderin de sierpot blijft staan, even afgieten. Dat voorkomt wortelrot. Daarom is een pot met een losse onderschotel heel geschikt voor sleutelbloemen. Giet met lauwwarm water. Als het gietwater te kalkrijk is, kan dat vergeling van het blad veroorzaken. Giet niet op de plant, maar op de grond onder de bladeren. Dat lukt het beste met een gieter met een lange, smalle tuit. Te veel warmte en te droge kamerlucht verkorten de bloeitijd. Je kunt uitgebloeide bloempjes het beste meteen verwijderen zodra je ze ziet. Dan bloeien je planten beter door.

TIP
Deze primula’s staan niet alleen heel vrolijk in de kamer, maar gaan ook in de tuin goed samen met plantensoorten zoals Anemone hupehensis, Anemone nemorosa, Brunnera, Aquilegia alpina, Pulmonaria, Tiarella en Polystichum. Je kunt dus naar hartelust combineren.

In kort bestek
Sleutelbloemen uit de Primula Acaulis Groep zijn vrolijke, vroege voorjaarsbloeiers voor binnen en buiten. Ze bloeien wekenlang. Je kunt uit allerlei kleurtjes kiezen en de verzorging is makkelijk. Laat de potgrond niet uitdrogen en geef niet op de plant, maar op de potgrond lauw water. Dan zul je van deze kleurrijke voorjaarsprimula’s veel en lang plezier hebben.

Nieuw in ons assortiment: Puur Zeep!

$
0
0



De zeep van Puur Zeep is plantaardig, dierproefvrij en verzorgend.

Er wordt gebruik gemaakt van diverse natuurlijke toevoegingen in de zeep, Zo wordt er geen gebruik gemaakt van conserveringsmiddelen.

De geuren zijn divers en fris zoals; groene thee, olijf, lavendel en roos.

De eindassemblage van de zeephangers wordt verzorgd door medewerkers van de sociale werkplaats.

Nieuwe collectie Riverdale!

$
0
0

Neem een kijkje in onze winkel voor de nieuwe voorjaarscollectie van Riverdale!



De Campanula

$
0
0
De Campanula

Ja, geef de Campanula regelmatig water en verwijder de uitge-bloeide bloemen voor een langere bloeiperiode

De klokjesbloem Campanula Addenda® Ambelle@purple is in zoverre uniek dat ze het zowel erg goed binnen in je living als buiten in je tuin of op je balkon doen. De planten die je nu koopt, moet je uiteraard eerst als kamerplant toepassen. Ze zijn daarvoor vervroegd in bloei getrokken. Hun natuurlijke bloeiperiode buiten begint pas in mei. Het is een feest om van hun voortdurende bloemenzee te genieten. Ze hebben zelfs twee bloeiperioden: nu als kamerplant (zolang het koud is) en nog eens in het begin van de herfst. Als je ze na de eerste bloeitijd in je tuin plant, heb je er zelfs jarenlang plezier van. Dat begint dus al de komende herfst. Daarna bloeien ze volgend jaar opnieuw in mei-juni, dus niet zo vroeg als nu. Het zijn geweldig bloeiende vaste planten en uitstekende bodembedekkers.

Maandenlang een overrijke bloemenzee
In de huiskamer duurt de bloei zeker vier weken, maar daarna kunnen ze eventueel naar buiten, waar ze vaak opnieuw gaan bloeien. Het bijzondere van Campanula Addenda® Ambelle@purple is dat ze met hun opgaande en kruipende ranken veel rijker bloeien dan andere klokjesbloemen. De ranken kunnen helemaal overdekt zijn met violetblauwe ‘sterretjes’ (in feite wijd openstaande en naar boven gerichte klokjesbloemen). Door hun vorm kunnen de planten zowel bodembedekkend kruipend als hangend worden toegepast en dat geeft mogelijkheden! De naam Addenda® die de kweker aan al zijn producten meegeeft, komt van het Latijnse Addendum, wat ‘Extra’ betekent. En deze planten hebben absoluut een heel bijzondere toegevoegde waarde. Je kunt ze – zoals gezegd – na de eerste bloei nu – buiten in de volle grond of in een pot of hanging basket planten.

Campanula Addenda® Ambelle@purple verzorgen
Je koopt de planten bloeiend. Daardoor kun je er nu in huis volop van genieten, hoewel het eigenlijk vaste (meerjarige) planten voor buiten zijn.  Breng ze koel, maar ingepakt tegen vorst naar huis. In huis moet je ze op een lichte plek zetten of (in een hangpot) hangen, maar niet in de volle zon. Staat of hangt je plant te donker, dan kunnen de bloemen verkleuren. Campanula Addenda® Ambelle@purple verdampen vrij veel water, dus zorg dat de potkluit niet uitdroogt. Regelmatig even bijgieten. Zet of hang je de planten later op een plek buiten, kies dan een groeiplek met een paar uur zon per dag en voor de rest lichte schaduw (heel mooi als bodembedekkers onder heesters).

Groeien de planten in een hanging basket, dan is het extra belangrijk dat ze niet de hele dag in de volle zon hangen. Zorg dat er onderin de hanging basket een kleine watervoorraad kan blijven staan (een schotel of plastic folie onderin aanbrengen bij het inplanten).

Plant je hem in een pot, zorg dan juist dat daar een drainagegat onderin zit!
Geef tijdens de bloei eens per veertien dagen vloeibare plantenvoeding in het gietwater. In de volle grond redden ze zichzelf prima, als de grond maar voldoende doorlatend is. Want hoe sterk hij ook is, door langdurige winterse nattigheid kunnen de wortels wegrotten. Campanula Addenda® Ambelle@purple wordt niet uit zaad, maar uit stek vermeerderd en opgekweekt. Daardoor zijn de planten heel uniform qua uiterlijk en groei. Vermeerdering uit stek gaat ook veel sneller dan uit zaad en de opkweek is makkelijker. De planten worden ca. 20 cm hoog en de ranken kunnen wel 60 cm lang worden. Het geheel vormt een soort luchtige, bolle heuvel waar stromen bloemen vanaf lijken te vloeien. In de tuin zal de plant zich jaarlijks verder uitbreiden. Verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen, dan  bloeit je plant veel langer door.

De ouders van Campanula Addenda® ‘Amebelle@purple
De wilde voorouders waar Campanula Addenda® Ambelle@purple van afstammen, zijn de soorten Campanula poscharskyana en C. portenschlagiana, twee van de ruim 300 soorten klokjesbloemen die in de natuur uitsluitend op het noordelijk halfrond voorkomen. De meeste soorten kun je rond de Middellandse Zee vinden. In  Nederland komt het grasklokje (Campanula rotundifolia) in het wild voor. Het groeit vaak in bermen en de randen van akkers en weiden.

TIP
Als je na de eerste bloei de lange uitgebloeide ranken van Campanula Ambelle@purple afbreekt (niet snoeien met een snoeischaar) bevorder je de tweede bloei in september.

In kort bestek
De klokjesbloemen met de naam Campanula Addenda® Ambelle@purple is een geweldige bloeier: maandenlang een zee aan bloemen aan zowel opgaande als neerhangende of kruipende ranken. Ideaal als kamerplant nu (GroenRijk biedt ze bloeiend aan) en vervolgens later als meerjarige, winterharde tuinplanten, ook voor hanging baskets en op het balkon! Geniet van de stromen violetblauwe sterrenbloemen!

Bosviolen

$
0
0
Bosviolen

Ja, verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen. Dan bloeien de bosviolen veel langer door!

De bosviolen waar het deze week bij GroenRijk om gaat, worden ook wel miniviooltjes genoemd. Het zijn allemaal planten die tot de Viola Cornuta Croep behoren en dat zijn hoornviooltjes (‘cornuta’ = ‘met een hoorn’). Aan de achterkant van iedere bloem steekt een soort hoorntje naar buiten. Die kunnen verschillende maten hebben. Hun functie is niet helemaal duidelijk. Gedacht wordt dat het vooral nectarvaten zijn, waaruit de bestuivende insecten komen snoepen. De planten bloeien enorm rijk (maandenlang) en trekken zich weinig aan van kou of slecht weer. Sterke planten dus, die eigenlijk alleen maar last krijgen van veel te lang natte grond. Zorg dus voor goede drainage op de plek waar je ze laat groeien. Ook als dat een pot of schaal is. Je moet ze ook niet op een plek planten waar de hele dag de volle zon op staat. Daar houden ze niet van. GroenRijk heeft de bosviolen met hun teer ogende bloempjes in allerlei kleuren nu voor je klaar staan. Met zes tegelijk in een handige draagtray – makkelijk om mee te nemen.

Deze bosviolen zijn eigenlijk vaste planten die enkele jaren kunnen blijven leven, maar ze worden vaak als tweejarige planten gezien en ook zo gekweekt. Er zijn veel rassen met een eigen naam, maar die namen zijn minder belangrijk. Je koopt ze bijna altijd alleen op kleur, ook bij GroenRijk. We noemden al dat je ze niet te zonnig moet planten – je zou ze zelfs eerst een paar weken binnen kunnen zetten (staat ook heel leuk!) voor je ze buiten uitplant. Als je ze niet in fel zonlicht zet, kan dat heel goed (dus niet vlak achter een raam op het zuiden). Het zijn planten waarvan de voorouders oorspronkelijk uit schaduwrijke loofbossen in de Pyreneeën komen. In de dichte bossen daar valt het licht door de windbeweging van takken en bladeren steeds wisselend en gefilterd op de bosbodem waar de violen groeien. De Engelsen noemen dat ‘dappled shade’: wisselende schaduw. Als je de bosviolen in een pot of bak zet, moet je niet vergeten water te geven. Doe dat eens per week en meng er dan ook wat vloeibare plantenvoeding doorheen. Als je uitgebloeide bloempjes regelmatig wegknipt, bloeien de planten nog langer door dan ze normaal al doen. De planten kunnen een paar graden vorst wel hebben, maar als het echt nog zwaar zou gaan vriezen (het weer lijkt de laatste jaren immers wat in de war) kun je ze ook tijdelijk even op een koele, lichte plek binnen (of in je schuur) zetten. Het zijn groenblijvende planten, dus altijd leuk. Als je ze meteen buiten in de volle grond uitplant (kan prima) heb je grote kans dat ze tot september zullen bloeien en dat zullen ze dan het jaar erop ook doen. Alleen beginnen ze dan wat later (in mei) en zullen ze iets minder rijk bloeien. Daarom worden bosviolen liefst steeds nieuw gekocht.

Nog meer over bosviolen
De planten waar we het hier over hebben, worden door de kwekers bosviolen genoemd, maar er is ook een echte soort (Viola silvestris) die officieel de Nederlandse naam bosviool heeft. Die soort komt voor in de bossen van Denemarken in het noorden tot Noord-Afrika in het zuiden en naar het oosten zelfs tot in Japan. Hij groeit hier en daar in kleine groepjes. Je zult ze tijdens een wandel- of fietstocht dan ook niet vaak zien, maar zie je in april violen in het wild bloeien met roodachtig blauwe bloempjes en met enigszins lang-hartvormige blaadjes, dan heb je misschien een ontmoeting met ‘echte’ bosviolen. Een soort die er heel veel op lijkt, is het bleeksporig bosviooltje (Viola riviniana) dat wat lichter blauw bloeit. Behalve de bosviolen die mini-violen worden genoemd, hebben de kwekers ook – om het nog wat verwarrender te maken – mini-bosviolen ontwikkeld die micro’s worden genoemd. Die zijn in alle delen nog kleiner dan de mini’s. Echte dwergen onder de bosviolen.

Vroeger gebruik
Viooltjes hebben iets vertederends en teers over zich. Het staat in de bloemensymboliek voor nederigheid, bescheidenheid en onschuld (vooral de witte), maar vergis je niet: ook verleiding komt om de hoek kijken en ‘een kansje wagen’. Helemaal onschuldig worden ze dus niet gevonden. Een mooie betekenis is ook: ‘ik denk aan je’. Vroeger kende iedereen die bloementaal. Viooltjes werden dan ook graag als veelzeggende corsages of als kleine ronde boeketjes (‘posies’) gedragen. Altijd met een kransje groene blaadjes er omheen.

TIP
Vioolbloempjes kun je eten. Ze smaken friszoet. Ook prachtig als decoratie op de borden en lekker door de sla (of erover gestrooid). Succes verzekerd!

In kort bestek
Bosviolen of miniviolen zijn heel aantrekkelijke, kleinbloemige vormen van hoornviooltjes. Ze staan nu in handige draagtrays (met elk zes planten) bij GroenRijk bloeiend voor je klaar. Ze zullen maandenlang bloeien. Kies de kleuren die je leuk vindt, plant ze in potten, bakken, schalen of de volle grond. Zet ze op een licht beschaduwd plekje. Heel makkelijke planten!


Woonplant van de maand maart: de Hortensia

$
0
0
Woonplant van de maand maart: de Hortensia

Woonplant van de maand maart is de Hortensia, ook bekend als Hydrangea. Deze plant brengt met haar uitbundige vorm en opvallende kleur de lente in huis.

De Hortensia en de lente
Houtige takken met donkergroene bladeren en met daarboven stervormige bloemblaadjes, dat is de Hortensia. Deze bloemetjes zijn er in het rood, paars, roze, wit, blauw en groen. Kleuren die het makkelijk maken om de Hortensia te associëren met de naderende lente. Er bestaan diverse soorten Hortensia’s zoals de bekende bolvormige planten, randbloeiers (Tellertype), seringvormige bloeiers, dubbelkleurige en doorbloeiende types. Ze worden gekweekt in minipotten met 1 bloem tot grote potten met een enorme zee aan bloemen en zijn verkrijgbaar van januari tot en met augustus.

Uit Azië en Zuid-Amerika
Van oorsprong komt de Hortensia uit Azië en Zuid-Amerika. De Engelse botanicus Sir Joseph Banks nam na een lange reis, eind achttiende eeuw, voor het eerst een Hortensia mee naar Europa. De plant kreeg een plaatsje in de botanische Kew Gardens in Londen en werd al snel populair. Tegenwoordig is de Hortensia verkrijgbaar als woonplant en als buitenplant.

Waterdrinker Hortensia
De Hortensia geniet tijdens de lente graag van een koele, lichte standplaats. Daarbij verlangt ze dagelijks een beetje water, het liefst onthard. De plant beloont je goede zorgen dan met een overvloed aan bloemetjes. Is de Hortensia uitgebloeid? Geef de plant dan vanaf mei een tweede leven in de tuin of op het balkon. Zet de Hortensia wel op een schaduwrijke plek, en geef de eerste weken veel water.

Leuk om te weten:

  • Rond Pasen is er veel vraag naar de witte Hortensia. Deze traditie is ontstaan vanuit het rooms-katholieke geloof.
  • Hortensia’s die eenmaal in de tuin zijn geplant kunnen van kleur veranderen door de zuurgraad van de grond. Planten in zure grond worden het volgende jaar blauw, en in grond met een hogere pH-waarde worden de Hortensia’s roze.
  • Hydrangea betekent letterlijk ‘watervat’.
  • In Japan drinkt men Hortensiathee (甘茶 ) tijdens de ceremonie op Boeddha’s verjaardag op 8 april.
  • Van Hortensia’s kun je een mooi droogboeket maken door de bloemen in een droge ruimte te hangen.
  • Worden de bladeren van de Hortensia geel? Zet de plant dan in zure, voedzame grond.
  • De Hortensia is met haar grootse uitstraling een echte cadeauplant.
  • De plant staat symbool voor dankbaarheid, gratie, schoonheid en overvloed.
  • Het eiland Faial, onderdeel van de Azoren, wordt ook wel het ‘blauwe eiland’ genoemd, omdat er zoveel blauwe Hortensia’s groeien.
  • Een Hortensia kom het beste tot haar recht bij een temperatuur tussen 13°C en18°C.

Woonplant van de maand
De Hortensia, of Hydrangea, staat deze maand in het middelpunt van de belangstelling als Woonplant van maart 2014. ‘Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau en komt tot stand met financiële steun van de Europese Unie. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 

GroenRijk keert terug aan het online front!

$
0
0
GroenRijk keert terug aan het online front!

Het groenste tuincentrum 'GroenRijk, Weet wat er leeft' heeft op 1 maart 2014 een landelijke webshop gelanceerd met bijna 50 afhaalpunten. 

De formule GroenRijk is zich er van bewust dat de moderne consument zijn aankooporiëntatie steeds vaker online start. Door online actief te zijn met een webshop, kan GroenRijk ook de op internet oriënterende online consument binden aan haar succesvolle tuincentra. De GroenRijk webshop biedt een geselecteerd aanbod van het assortiment groen en hardwaren aan.

Verlengstuk van het tuincentrum
Na de eerste webshop-ervaringen in 2011, bleef het als een goed retailer betaamt kriebelen. Want bij het nationaal gepositioneerde groenwinkelmerk GroenRijk behoort ook een omni-channel aanpak.

"De domeinnaam www.groenrijk.nl biedt ons de mogelijkheden”, aldus formuleleider Nico Koppenol. "Samen met onze partner op het gebied van online, Garden Connect onder leiding van Edwin Meijer, Jeffry Breure en Frank de Lange, hebben wij een plan uitgewerkt. Dit plan is enthousiast door onze franchisenemers ontvangen en omarmt. De functie van de webshop is in eerste instantie gericht op 'oriëntatie', maar natuurlijk willen wij ook 'online verkopen'."

De systematiek is click & collect. Dit betekent dat de klant kan bestellen, betalen en afhalen bij een GroenRijk vestiging in de buurt. Hiermee wordt de webshop een verlengstuk van de lokale GroenRijk vestiging met voor iedere franchisenemer kansen om nieuwe klanten aan zich te binden en naar zijn tuincentrum te trekken.

"De afgelopen maanden is er hard gewerkt aan een basisplatform voor een toekomstbestendige webshop, want Garden Connect heeft samen met de GroenRijk franchisenemers de ambitie om de GroenRijk webshop in de toekomst zorgvuldig aan te laten sluiten bij het door GroenRijk gehanteerde differentiatiemodel", aldus Edwin Meijer van Garden Connect.

De formule GroenRijk
'GroenRijk, Weet wat er leeft' heeft met zijn 50 lokale vestigingen en webshop een landelijke dekking. De focus ligt op de vijf GroenRijk merkwaarden; deskundig, bewust, behulpzaam, gepassioneerd en verrassend. Daarom weet GroenRijk wat er leeft!

Violenhangers

$
0
0
Violenhangers

Ja, de bosviolen zijn langdurige bloeiers en in deze wandhangers een blikvanger aan de muur

Ieder huis en iedere tuin en schuur heeft muren. Met deze hangers kun je letterlijk alles overal opvrolijken met rijk bloeiende bosviolen! Kale wand? Violen ertegen. Moet je eens zien wat een verschil. Zo’n fleurige hanger is ook een leuk cadeau als je het tweede (gratis) exemplaar voor iemand anders meeneemt. Iedereen wordt er vrolijk van. En voor de prijs waartegen we deze verzameling planten nu kunnen aanbieden (het zijn er nogal wat!) kun je ze niet bij GroenRijk laten hangen. Bosviolen zijn leuke, lage (15 cm), bloemrijke, wintergroene planten met hartvormige blaadjes met iets gekartelde randen. Boven dat blad verschijnen de prachtige, kleine bloempjes in flinke aantallen. De planten bloeien bovendien enorm lang door. Zeker als je regelmatig de uitgebloeide bloempjes wegknipt. 

Hang de violenhangers op een lichte plek, maar niet in de volle zon
Bosviolen houden niet van fel, direct zonlicht. Een lichte tot iets beschaduwde plek is het beste. Ook buiten. Ze hebben maar weinig verzorging nodig. Geef ze bij droog weer één keer per week water. Doe daar dan ook wat plantenvoeding in (voeding voor bloeiende planten: GroenRijk heeft het in voorraad). Deze violen kunnen maandenlang doorbloeien. Bosviolen kunnen buiten goed tegen niet al te best weer, als het maar niet té lang nat blijft. De drainage moet goed zijn en dat is in deze hangers prima voor elkaar. Bosviolen verdragen zelfs enkele graden nachtvorst. Als het echt veel harder gaat vriezen, moet je ze even op een koele plek binnen ophangen (in de schuur bijvoorbeeld) tot het weer beter wordt. Maar de kans dat dat nodig is, is nu niet zo groot meer. 

Wat ‘bosviolen’ eigenlijk zijn
Onder de honderden verschillende violen bestaat een echte soort bosviool die ook zo wordt genoemd: dat is Viola silvestris die in heel West-Europa voorkomt en met warmblauwe bloemen (blauw waar iets rood in zit) bloeit. De bosviolen van GroenRijk zijn hybriden (kruisingsproducten) met de beste eigenschappen van verschillende soorten. Het belangrijkst daarbij zijn de hoornviooltjes (Viola cornuta) die als kenmerk een ‘hoorn’ (cornutus) aan de achterkant van het onderste (hangende) bloemblaadje hebben. Daar kun je die afstamming aan herkennen. Hoornviooltjes komen oorspronkelijk uit de Pyreneeën. Er is enorm veel mee gekruist. Daardoor is er een Viola Cornuta Groep van violenrassen ontstaan, waar de bosviolen dus bij horen, waarvan niemand meer precies weet hoe hun afstamming is.

Bosviolen worden meestal op kleur verkocht. Er zijn wel rasnamen, maar die worden veel minder vermeld en gebruikt. Met de kleurrijke rassen die GroenRijk behalve deze hangers ook nog voor je in voorraad heeft, kun je ook prachtige combinaties maken. Dat staat heel leuk! Ook binnen! Maar dat is een ander verhaal.

Bosviolen zijn meerjarig
Het zijn vaste, blijvende planten. Je kunt ze daarom vanaf april gerust in de volle grond van je tuin planten en er nog jaren plezier van hebben. Door hun verblijf buiten in de hangers, zijn ze dan al helemaal afgehard. Dat is trouwens wel een goede tip: als je de violenhangers koopt, komen ze uit de warme winkel. Hang ze dan niet meteen buiten op als het daar hard vriest. Anders krijgen ze een klap van de kou. Daar gaan ze niet dood van, maar ze moeten er wel even van herstellen. Bij ‘gewoon’ voorjaarsweer is het geen probleem. Eenmaal buiten gewend zijn ze voldoende ‘afgehard’ om definitief buiten te groeien. Zelfs lichte nachtvorst kunnen ze dan hebben. Zorg wel dat ze de winter daarop niet in lang nat blijvende grond staan, anders kunnen de wortels wegrotten. In de tuin bloeien de planten dan meestal van mei tot september. De vroege (of late) bloei van de planten die je nu koopt wordt bereikt door kwekerskunde. Door allerlei maatregelen en de juiste rassenkeuze is de bloeiperiode van veel planten namelijk te manipuleren.

TIP
De bloemen van  bosviolen zijn eetbaar. Je kunt de kleurrijke bloempjes dus letterlijk door de sla mengen. Maar je hoeft ze niet per se te eten: als garnering staan ze ook heel vrolijk. De bloempjes smaken lekker friszoet.

In kort bestek
De leuke hangers vol bosviolen die GroenRijk nu aanbiedt (twee tegen de prijs van één) bloeien maandenlang door. Volop vrolijke kleur tegen je schutting, schuur, garage of huis! Het zijn hoornviooltjes (Viola Cornuta Groep). Je kunt ze als ze zijn uitgebloeid in je tuin planten, want ze zijn meerjarig. Geef water als het droog weer is (niet te nat!) en doe daar zo nu en dan wat plantenvoeding in. Uitgebloeide bloemen wegnemen verlengt de bloeitijd.

Ook Rob Verlinden shopt tijdens de Kruiwagendagen bij GroenRijk

$
0
0
Ook Rob Verlinden shopt tijdens de Kruiwagendagen bij GroenRijk

Bakken vol tuinvoordeel tijdens de Kruiwagendagen bij GroenRijk. Want tijdens de Kruiwagendagen trakteert GroenRijk op lage bodemprijzen of zoals Rob Verlinden, van het populaire SBS 6 programma Robs Grote Tuinverbouwing, zegt: Inladen!

Bij GroenRijk begint de lente eerder want vanaf woensdag 12 maart a.s. is het weer zover: de start van de GroenRijk Kruiwagendagen 2014! GroenRijk neemt met de Kruiwagendagen afscheid van de winter en verwelkomt daarmee de lente. Ook in het programma Robs Grote Tuinverbouwing op zaterdag 8 maart om 17.00 uur bij SBS 6 kondigt Rob Verlinden de Kruiwagendagen bij GroenRijk aan!

Tijdens de Kruiwagendagen geven GroenRijk en Rob Verlinden de aftrap voor het nieuwe tuinseizoen van 2014.

Het is zeker de moeite waard om van woensdag 12 maart t/m zondag 16 maart een bezoek te brengen aan GroenRijk vestiging. Want daar staat namelijk alles in het teken van bakken vol tuinvoordeel. Rob Verlinden zegt: Inladen!

Klik hier voor extra openingstijden op zondag 16 maart.

Violen

$
0
0
Violen

Ja, verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen. Dan bloeien de violen langer door!

Violen komen over de hele wereld voor. Het zijn soms tweejarige, soms vaste planten, maar ze zijn er zelfs als half verhoutende struikjes. In meer dan 400 soorten, nog meer ondersoorten en duizenden cultuurvormen. Sommige worden al honderden jaren gekweekt vanwege de prachtige, vaak meerkleurige bloemen. Daarmee is trouwens bij veel soorten iets unieks aan de hand. In het voorjaar verschijnen bij die planten onvruchtbare bloemen die dus geen zaad geven, maar later in het seizoen volgt dan een tweede bloeigolf met bloemen die rijkelijk zaad vormen. Die soorten wilde violen zaaien zichzelf daardoor heel gemakkelijk uit. Andere zijn juist heel moeilijk te kweken. De grootbloemige violen die GroenRijk nu aanbiedt stammen uit een lange kwekerstraditie waarbij met heel veel soorten werd gekruist. Het zijn sterke, rijkbloeiende zogenaamde F1-hybriden, met als kenmerk grote uniformiteit. Bijna iedereen houdt van deze violen, in welke vorm en kleur ook.

Nederlanders waren (en zijn) de violenkwekers bij uitstek
Wat violen betreft hebben vooral de Nederlanders (meteen gevolgd door de Engelsen) een geweldige traditie opgebouwd. Op de tulp na is de viool eeuwenlang dé Nederlandse bloem bij uitstek geweest. Er is enorm mee geëxperimenteerd. Violen waren de lievelingen van de Nederlandse kwekers. Op oude schilderijen is goed herkenbaar dat vroeger onder andere veel met het prachtige, kleine, driekleurige viooltje werd gekruist (Viola tricolor). Wie dat viooltje in akkerranden en bermen in het wild ziet bloeien, zal het opvallen dat ze zo verschillend kunnen zijn. Daarvan is bij het kweken dankbaar gebruik gemaakt. Met als gevolg dat er nu een variatie aan rassen bestaat die zijn weerga bijna niet heeft. Rassen met enorme verschillen. Van vertederende mini-bloeiers tot echte reuzen. Van gevoelige types tot violen die zich van een beetje kou niets aantrekken (de zogenaamde IJsviolen). Van grote violen met de beroemde ‘gezichtjes’ zoals bij de Aalsmeerse Reuzen tot de grote ronde, vaak een-, maar ook meerkleurige Hollandse en Zwitserse Reuzen. Veel is ook gekruist met het hoornviooltje (Viola cornuta) uit de Pyreneeën met zijn gespoorde bloemen en met Viola gracilis uit Noordoost-Griekenland. Beide hebben van nature prachtige violette bloemen. Ook het geurende Maarts viooltje (Viola odorata) heeft bij diverse kruisingen een rol gespeeld. En zo is er nog veel meer met violen gebeurd. Het zijn tegenwoordig bijna allemaal hybriden met heel wisselende eigenschappen waarvan het overgrote deel wordt ingedeeld in de Viola Wittrockiana Groep.

Vooral F1-hybriden zijn prachtig
Voor welke van de nu aangeboden violen je nu ook kiest – de keuze is groot en je kunt ze heel makkelijk per zes in een handige draagtray meenemen – kleur geven ze allemaal! Ze behoren tot bepaalde hybridenseries met binnen zo’n serie wel bloemkleurverschillen, maar verder gelijke eigenschappen qua bloeitijd, bladvorm en -kleur, grootte, uiterlijk van de bloemen enz. Misschien valt je bij de planten in de draagtrays vooral de grote gelijkvormigheid op. Dat komt door een heel speciale kweektechniek die zulke zogenaamde F1-hybriden oplevert. Het is overigens niet belangrijk om dat te weten. De planten worden vooral op bloemgrootte (nu bij GroenRijk dus vooral grootbloemige rassen) en kleur aangeboden. De specifieke namen (die hebben ze vaak wel) zijn veel minder belangrijk. Kies gewoon wat je mooi vindt!

Toepassing en verzorging 
Violen hebben veel vocht nodig en staan liever wat koeler dan warm. Zon mag best, maar niet de hele dag. Plant ze in voedzame (pot)grond in de tuin of in potten, bakken of schalen. Zorg dat de (pot)grond niet uitdroogt. Geef planten in pot of bak eens per veertien dagen plantenvoeding. In verse standaard potgrond zit al voeding voor de eerste zes weken.

TIP
Plant (of zet) violen zo neer dat je ze goed kunt zien. Het zijn kleine, enorm lang bloeiende juwelen waar je maximaal van kunt genieten. Helemaal als je de uitgebloeide bloemen regelmatig weghaalt. Dan bloeien ze nog veel langer!

In kort bestek
Leuke, vrolijke, uitbundige, grootbloemige, oersterke, echte F1- violen, nu bij GroenRijk uiterst aantrekkelijk geprijsd, plantklaar meeneembaar in handige draagtray, in een hele reeks kleuren. Ze bloeien als de beste, onverstoorbaar, maandenlang. Met of zonder gezichtjes, in pastel of fel gekleurd. Violen zijn overal en altijd prachtig!

Viewing all 1575 articles
Browse latest View live